FAQ

Organisatie Leersteun

Is het mogelijk om de leerling individueel te ondersteunen buiten de klas?

De ondersteuning kan op de klasvloer gegeven worden of individueel waar dit duidelijk een meerwaarde is. We vertrekken steeds vanuit de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling én de leervraag van de leerkracht(en). De bedoeling is om zowel de leerling als de leerkracht te versterken. Er moet dus een transfer komen naar de klascontext. Tijdens de opstartvergadering wordt er overlegd welke vorm van ondersteuning de meest aangewezen vorm is. Dit is echter flexibel en kan wijzigen als de noden wijzigen.

Zijn er ook inclusiecoaches voor specifieke leersteuncentra?

Een inclusiecoach is een leerondersteuner met veel handicapspecifieke expertise type basisaanbod, 2, 3 of 9. Binnen deze types is er ook een inclusiecoach voor IAC-trajecten. Een inclusiecoach is in de eerste plaats een aanspreekpunt voor de ondersteuners om hen op casusniveau verder te versterken. Op vraag van de ondersteuner kan een inclusiecoach ook mee naar de scholen. De specifieke leerondersteuners (type 4, 6, 7) werken steeds vanuit hun handicapspecifieke expertise voor één doelgroep. Alle LSC (zowel zelfstandige LSC als specifieke LSC) zijn steeds multidisciplinair samengesteld en zetten blijvend in op professionalisering. .

Kan ondersteuning ook op de werkvloer gegeven worden, bv binnen duaal leren?

Leersteun wordt normaal gezien op school gegeven. We bekijken wel de noden op de stageplaats en bespreken proactief de redelijke aanpassingen die nodig zijn om de stage tot een goed einde te brengen. Voor specifieke ondersteuning is het belangrijk om ook op de werkvloer te mogen komen. Dit is ook zo voor stage. Hier kunnen we observaties doen i.f.v. eventuele aanpassingen, hulpmiddelen, strategieën. Dit kan zowel eenmalig als gespreid over meerdere keren, afhankelijk van de noden. De inzet is steeds vanuit het duurzaam versterken van de leerling en zijn omgeving. In afstemming met de school en/of de leerling kan ook een bezoek of observatie op de stageplaats of werkplek georganiseerd worden, indien dit een meerwaarde kan bieden.

Aanmelden

Kan er onder 2 verschillende types aangemeld worden?

Het GC-verslag wordt opgemaakt vanuit één deskundigheid, nl de deskundigheid die op dat moment van het traject nodig is om maximaal aan de noden tegemoet te komen. Een IAC-verslag of OV4-verslag wordt steeds vanuit één type uitgeschreven (in het secundair onderwijs in combinatie met een opleidingsvorm), indien er aan de diagnostische voorwaarden voor dit type voldaan is. Als de leerling voldoet aan de voorwaarden van verschillende types of als er leersteun vanuit verschillende deskundigheden nodig is, wordt de keuze van attestering gemaakt volgens de noden die op dat moment het sterkst aanwezig zijn. Het CLB heeft de eindbeslissing voor welk type of voor welke deskundigheid er een verslag wordt opgemaakt. Bijgevolg kun je dus maar voor 1 type ondersteuning aanvragen. Indien er deskundigheid vanuit meerdere types nodig is, kan er bij elkaar geconsulteerd worden en advies worden uitgewisseld, steeds in overleg met alle betrokken partijen. In de loop van een traject kan uitzonderlijk blijken dat een GC-verslag, IAC-verslag of OV4-verslag vanuit een ander type meer aangewezen is. Het CLB kan dan beslissen om een ander verslag op te maken.

Hoe gebeurt de registratie in Discimus? Verandert er iets? Blijven de instellingsnummers gelijk?

Vanaf schooljaar 2023-2024 moeten scholen voor gewoon onderwijs de leerlingen die in aanmerking komen voor leersteun niet meer doorgeven aan AGODI via Discimus. Agodi kent de omkadering type 2, 4, 6, 7 automatisch aan de leersteuncentra toe op basis van hun verslag.

Kan er een aanmelding gebeuren bij een Katholieke Leersteuncentrum West-Vlaanderen voor een leerling die op dit moment ondersteuning krijgt vanuit een ander netwerk?

Scholen doen een aanvraag tot leersteun bij het leersteuncentrum waarbij ze zijn aangesloten. Scholen die aangesloten zijn bij een Katholiek Leersteuncentrum West-Vlaanderen dienen hun aanvraag in via de website www.leersteunwvl.be In uitzonderlijke omstandigheden kan er een ad hoc samenwerking opgestart worden. Zie verder.

Waarom moet de leervraag ingevuld worden bij aanmelding als de leerling met een GC-verslag/ IAC-verslag/ OV4-verslag vanuit een andere school overstapt?

Leerondersteuning kan enkel aangevraagd worden als de school vanuit de schooleigen zorg in fase 0 en 1 niet tegemoet kan komen aan de noden van de leerling. Omdat de context van de leerling wijzigt moet er dus een nieuwe leervraag gesteld worden. Het formuleren van de leervraag van de leerkracht(en) is noodzakelijk om de doelen in functie van leerkrachtondersteuning te bepalen.

Waarom moet er met een Forms aangemeld worden en niet gewoon per mail?

Er werd gekozen om alle aanmeldingen op eenzelfde manier te organiseren Via de Forms komt de aanmelding meteen toe bij de juiste coördinatoren, zo verliezen we geen tijd bij het dispatchen. Er worden hele grote aantallen leerlingen aangemeld voor leersteun. Via mail is dit niet haalbaar. Op deze manier kunnen we gemakkelijker fouten vermijden bij de verwerking en het overzicht behouden. Als leersteuncentrum moeten wij heel wat data monitoren. Door met een gelijkaardige Forms te werken kunnen wij snel heel wat zaken in beeld brengen. We hebben voor de Forms gekozen om op 1 september op één spoor te kunnen aanmelden. Deze werking zal in de toekomst verder geëvalueerd worden.

Wie moet aangemeld worden?

Vanaf 1 september moeten alle nieuwe aanmeldingen doorgegeven worden via de website www.leersteunwvl.be

Adhoc – samenwerking

Wanneer kan een ad hoc-samenwerking opgestart worden en wie bepaalt of er een ad hoc-samenwerking met een ander leersteuncentrum wordt opgestart?

Als school heb je ingeschreven bij een zelfstandig leersteuncentrum. Een leersteuncentrum kan voor een concrete vraag tot leersteun ook ad hoc samenwerken met een ander leersteuncentrum. Dit kan nodig zijn wanneer het leersteuncentrum zelf of de structurele partner niet over voldoende of geschikte expertise beschikt om aan de specifieke vraag tot leersteun te kunnen voldoen. Elke ad hoc vraag wordt individueel bekeken. Een ad hoc samenwerking kan voor alle types en gebeurt steeds in samenspraak met de ouders van de betreffende leerling. Wanneer er een vraag tot ad hoc samenwerking is voor een type waarvoor er een structurele samenwerking is met een ander leersteuncentrum, gebeurt dit in overleg met het leersteuncentrum waarmee structureel wordt samengewerkt. Een ad hoc samenwerking is een uitzondering en wordt per schooljaar bekeken. Ouders kunnen ook vragende partij zijn voor een ad hoc samenwerking met een ander leersteuncentrum. Het leersteuncentrum neemt de uiteindelijke beslissing of een ad hoc samenwerking mogelijk en nodig is om de gepaste leersteun te kunnen bieden. Wanneer er discussie is rond het organiseren van gepaste leersteun, kan bemiddeling worden ingeschakeld door het CLB Voorbeelden van ad hoc samenwerking: Het leersteuncentrum van het andere net beschikt niet over expertise rond een bepaald type. Zij vragen aan ons om dit op te nemen. Een leerling die les volgt in een katholieke school kreeg vroeger ondersteuning vanuit het andere net. Hij begint nu aan zijn laatste jaar in de lagere school. De leersteun die hij nodig heeft is vrij intensief en complex. Het leersteuncentrum waarbij de school aangesloten is, kan in één jaar niet dezelfde expertise opbouwen als bij de voorgaande ondersteuning.

Samenwerking School – (S)LSC – PB – CLB

Van elke school wordt verwacht dat ze op structurele basis overleg organiseert met haar centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) en pedagogische begeleiding (PBD). Wat zijn de concrete verwachtingen?

Elke school organiseert op structurele basis overleg met haar centrum voor leerlingenbegeleiding en haar pedagogische begeleidingsdienst om gezamen­lijk begeleidings- en professionaliseringsnoden te bepalen op het vlak van het beleid op leerlingenbegeleiding. In overleg wordt bepaald wie welke rol opneemt om de school te versterken. De school kan hierbij andere partners zoals het leersteuncentrum betrekken. De regelgever bepaalt niet hoe dit overleg er moet uit zien en met welke frequentie dit overleg moet plaatsvinden. Het is aan scholen om hierrond, in afstemming met hun partners, beslissingen te nemen.

Verslaggeving

GC
In de oude GV-verslagen vond men al eens talenten en sterktes van de leerlingen. Ook zaken die werkten werden er al eens in opgenomen. In de nieuwe verslaggeving mis ik dat. Kan er hier iets aan veranderen?

De inhoud en de doelstelling van het GC-verslag liggen decretaal vast. Beeldvorming van de leerling maakt er geen deel meer van uit. In het opstartgesprek en tijdens andere overlegmomenten kunnen school, leerondersteuner en eventueel CLB relevante informatie over het huidig functioneren van de leerling uitwisselen, waaronder de talenten en de sterktes van de leerling.

IAC / OV4
Lopen we bij leerlingen die inschrijven met een OV4-verslag dezelfde procedure als bij een IAC-verslag (inschrijven onder ontbindende voorwaarde, beslissen binnen de 60 dagen…)?

Ja, leerlingen met een OV4-verslag worden ingeschreven onder ontbindende voorwaarden. Uiterlijk 60 kalenderdagen na de start van de effectieve lesbijwoning wordt beslist of de inschrijving onder ontbindende voorwaarden omgezet wordt in een gerealiseerde inschrijving of dat de inschrijving wordt ontbonden. Meer informatie kan je vinden op https://www.onderwijskiezer.be/v2/secundair/sec_buitengewoon_info_inschrijven2.php

Kan er in de periode van inschrijving onder ontbindende voorwaarden overgegaan worden van een OV4-verslag naar een IAC-verslag, bv. als blijkt dat een gemeenschappelijk curriculum niet haalbaar is en de leerling geen overstap kan/ wil maken naar het buso?

Ja, maar daarvoor is een attestwijziging nodig. Het CLB maakt een IAC-verslag OV1, OV2 of OV3 op. De school doet de afweging redelijkheid van aanpassingen in functie van een IAC-traject. Deze afweging gebeurt ook binnen dezelfde termijn van 60 kalenderdagen na de start van de effectieve lesbijwoning.

Kan er in een lopend traject overgegaan worden van een OV4-verslag naar een IAC-verslag als dat nodig blijkt?

Ja, maar daarvoor is een attestwijziging nodig nadat een handelingsgericht diagnostisch traject doorlopen is door het CLB.

Aangaande OV4 verslag en de intensieve begeleiding: wat houdt dit in? Hoe vertaalt zich dat naar de realiteit? Is er op dit vlak ook een verschil op vlak van type?

Een OV4-verslag wordt enkel opgemaakt bij een intensieve ondersteuningsnood aan: aanpassingen, waaronder remediërende, differentiërende, compenserende en dispenserende maatregelen én intensieve onderwijskundige en orthopedagogische of orthodidactische ondersteuning én de inzet van paramedisch, sociaal, medisch, psychologisch of orthopedagogisch personeel In de praktijk is er een verschil in leersteun voor leerlingen met een OV4-verslag type 3 en 9 en een OV4-verslag type 4, 6 en 7 omwille van de gesloten puntenenveloppe tegenover de open-end financiering. De intensiteit (frequentie, duur) van de leersteun kan bij een OV4-verslag groter zijn dan bij een GC-verslag, zeker bij de kleine types (=>specifieke leersteuncentra). In de brede types (=> zelfstandige leersteuncentra) wordt hiervoor best afgestemd met het LSC om de concrete mogelijkheden hiertoe te bespreken. Er wordt steeds in onderling overleg bekeken hoe de leersteun wordt ingezet om maximaal tegemoet te komen aan de ondersteuningsnoden van de leerling en de leerkracht(en). Naast de ondersteuning vanuit een leersteuncentrum zijn vaak ook andere vormen van ondersteuning noodzakelijk voor deze leerlingen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan psychologische ondersteuning, medische ondersteuning …

IRIS-CLB Online

Is het mogelijk dat verslagen niet meteen zichtbaar zijn op het IRIS-platform bij overgang van CLB’s uit verschillende netten (GO, Vrij CLB…)?

Een verslag is zichtbaar op het IRIS-platform als er 2 voorwaarden vervuld zijn: Het betrokken CLB heeft in LARS (LeerlingenActiviteiten en RegistratieSysteem van de CLB) het verslag opgemaakt, gegenereerd en afgewerkt. De school heeft de administratie voor inschrijving in orde gebracht via een melding aan Discimus. Bij een schoolverandering kan hierop wat vertraging zitten. Indien het verslag niet zichtbaar wordt, is het zinvol om zowel het betrokken CLB als de school te contacteren om te kijken of bovenstaande voorwaarden voldaan zijn.

Bevat het Iris-CLB onlineplatform tevens gegevens van cursisten vanuit het gemeenschapsonderwijs?

Ja, verslaggeving van alle CLB’s in Vlaanderen verschijnt op het IRIS-CLB online platform, als voldaan is aan de voorwaarden (zie hierboven).

Buitengewoon onderwijs

Er wordt gezegd dat leerlingen gewoon onderwijs deeltijds kunnen les bijwonen in het BuO en omgekeerd. Wat houdt dit precies in?

Met het decreet leersteun worden de mogelijkheden voor lesbijwoning in een andere school uitgebreid. Lesbijwoning in een andere school is geen recht. Scholen zijn met andere woorden niet verplicht om lesbijwoning toe te staan, maar vanuit het streven naar het kunnen realiseren van een kwaliteitsvol onderwijscontinuum willen we dit wel stimuleren. Leerling is met een IAC-verslag of OV4-verslag ingeschreven in het gewoon onderwijs. Deze leerlingen kunnen gemiddeld per schooljaar maximaal halftijds (op basis van een schooljaar) lessen of activiteiten volgen in een school voor buitengewoon onderwijs. Dit kan onbeperkt in de tijd. In deze situatie is leerondersteuning in het gewoon onderwijs mogelijk, in het buitengewoon onderwijs niet. Leerling is met een IAC-verslag of OV4-verslag ingeschreven in het buitengewoon onderwijs (uitgezonderd type 5). Voor deze leerlingen zijn er twee mogelijkheden: Mogelijkheid 1: Leerlingen kunnen gemiddeld per schooljaar maximaal halftijds (op basis van een schooljaar) lessen of activiteiten volgen in een school voor gewoon onderwijs. Dit kan onbeperkt in de tijd. Mogelijkheid 2: Leerlingen kunnen voltijds lessen of activiteiten volgen in een school voor gewoon onderwijs voor een periode van maximaal twee schooljaren, met het oog op een overstap naar het gewoon onderwijs. Na een periode van twee schooljaren heeft de leerling een onverkort recht op inschrijving in de school voor gewoon onderwijs. Voor leerlingen die ingeschreven zijn in het buitengewoon onderwijs is leerondersteuning vanuit het ondersteuningsmodel niet mogelijk. De school voor buitengewoon onderwijs ondersteunt de school voor gewoon onderwijs. In alle bovenstaande situaties maken scholen voor gewoon en buitengewoon onderwijs samenwerkingsafspraken. De school waar de leerling is ingeschreven behoudt, in afstemming, de regie over het traject. Ze blijft bijvoorbeeld verantwoordelijk voor het uitreiken van de studiebekrachtiging.

Scroll to Top